
Tekenaars voor Agnes Block (1671-1697)
Alida Withoos heeft voor zover
gedocumenteerd zes tekeningen gemaakt voor Agnes Block. Zij is daarmee
een van de negentien met naam genoemde kunstenaars die op Vijverhof
werkten.
De gegevens zijn bekend door de lijst van 395 tekeningen gepubliceerd
in 1943 in de biografie van Agnes Block door Catharina van de Graft. Dit is een afschrift van een in 1730 beschreven catalogus
in manuscript van het Kunstkabinet van Valerius Röver die de buitenplaats
Vlietlust tussen Den Haag en Delft bewoonde. Deze collega-verzamelaar
had kort na Agnes' dood, in 1705, (een deel van) haar schilderijen en
tekeningen gekocht. De bloemenboeken zijn jammer genoeg niet bewaard
gebleven. Wel geeft de catalogus een goed beeld van de plantencollectie
van Agnes Block en de kunstenaars die ze in dienst had. Omdat er verschil
in weergave en interpretatie is tussen oorspronkelijke catalogus en
de afschrijving, wordt uitgegaan van de originele bron.
Van
Rövers 'Cabineth' van 42 albums en konst-boeken zijn er volgens een
'inliggende Memorie' twee van Agnes Blok, te weten no. 28 en 29. Aanvankelijk
stond er ook no. 30 bij maar dit is later doorgestreept. Aangenomen
mag worden zoals mevrouw Van der Graft deed, dat ook Konstboek 30 en
31 van Agnes Block zijn geweest. Zij
bevatten werk van dezelfde kunstenaars die werkten aan album 28 en 29,
te weten Pieter Withoos, Maria Sybilla Merian, Pieter Holsteijn, Johannes
Bronkhorst, Herman Hengstenburgh en Herman Saftleven. Kunstboek 31 bevatte
afbeeldingen van vogels waarvan bekend is dat Agnes die ook had en liet
schilderen. Maar ook konstboek 27 bevat werk van de kunstenaars van
album 28 en 29, namelijk Herman Hengstenburg, een Moninckx en Johannes
Bronkhorst. Daarnaast is er het album van het Rijksprentenkabinet dat
hierna wordt besproken. Er zijn dus mogelijk zes konst-boeken van Agnes
Block geweest.
Konstboek
no. 30 betrof een collectie van 92 botanische tekeningen van de landschapsschilder
Herman
Saftleven(W) (1609-1685), in Rövers catalogus gedateerd 1661. Dit was negen
jaar voor de aanschaf van Vijverhof door Agnes Block. Wolfgang Schulz
heeft overtuigend beargumenteerd dat Saftleven pas aan het einde van
zijn leven, begin jaren tachtig van de 17e eeuw, was begonnen met het
schilderen van bloemen en planten.. Andere bijdragen van Saftleven aan
Konstboek no. 29 dateerden van 1682 tot en met 1684. Volgens Schulz
logeerde de oude schilder voor langere tijd op Vijverhof. Aangenomen
mag dus worden dat 1661 in de catalogus een verschrijving was van 1681. De
zes en de acht werden in die tijd vanuit een ander punt begonnen waardoor
een uithaal gemakkelijk verkeerd geïnterpreteerd kon worden. Dat betekent
dat de eerste gedateerde tekening afkomstig was uit album 28, een blaadje,
met een vreemd gewas, en een taxken dat uit de aarde alzo is gewassen.
A. 1671 van Rochus
van Veen(W). De tekeningen zijn overigens niet chronologisch in
de konst-boeken geplaatst. De laatste datum die we aantreffen is die
van 1697, een tekening van Johanna Helena Herolts[-Graff], een van de
twee schilderende dochters van Maria Sybilla Merian.
De tekeningen
van Alida Withoos komen alleen voor in Konstboek no. 28,
onder de nummers 26 tot en met 29, 49 en 50. Zij schilderde onder andere
een gewone Akelei op een blad met een andere Amerikaanse Akelei door
Maria Sybilla Merian. Verder schilderde ze uitheemse planten zoals de
winde uit Curaçao, een Chinese theeplant, een Indische geranium en een
Aloe-soort waarschijnlijk uit Zuid-Afrika. Aan Alida vertrouwde Agnes Block in 1687 het tekenen toe van haar trots,
de bijna rijpe vrucht van een zelf gekweekte Ananas. Deze tekeningen zijn jammer genoeg niet bewaard gebleven.
De afbeelding van een Ananas door Alida Withoos was de eerste afbeelding
van de eerste in Nederland gekweekte vrucht van een Ananas.
Wat
meteen opvalt in de lijst is dat ook broer Pieter Withoos acht botanische
tekeningen, een blad met diverse vlinders en insecten en zeventien afbeeldingen
met vogels tekende. Verder komen we de eveneens uit Hoorn
afkomstige kunstenaars Johannes Bronkhorst en Herman Hengstenburg tegen.
Op een tekening werkten zowel Pieter Withoos als Johannes Bronkhorst
aan een afbeelding van vier eenden in het water. Ook dé schilder van
bosstillevens
Otto Marseus van Schriek, vriend en reisgenoot naar Rome van vader Matthias
Withoos, maakte achttien tekeningen voor Agnes Block. Dat betekent dat
Alida in ieder geval vier andere kunstenaars uit haar familie- en vriendenkring
in Hoorn al kende voordat ze bij Agnes Block kwam te werken.
Alida
Withoos kwam waarschijnlijk via Agnes Block in contact met Jan en Maria
Moninckx, haar collega-kunstenaars bij de
Amsterdamse Hortus. In ieder
geval kwam Alida in contact met Maria
Sybilla Merian(W) en haar dochter Johanna Helena Herolts-Graff.
Na een verblijf in Friesland kwam de van oorsprong Duitse kunstenaar(sdochter)
Maria Sybilla in 1691 met haar dochters naar Amsterdam.
Ze zette er een verfstoffenhandel op en dreef tevens handel in geprepareerde
insecten voor verzamelaars van zogenoemde rariteiten-kabinetten.
Als vooraanstaand kunstenares en natuurhistorisch onderzoekster kwam
ze in Amsterdam vermoedelijk met vrouwen zoals Rachel Ruysch en Agnes
Block in contact. Maria Sybilla Merian tekende bij haar eigen botanische
tekeningen en die van Willem de Heer meermalen vlinders en andere insecten.
Dit waren vast opgeprikte exemplaren uit het rariteitenkabinet van Agnes
Block. In 1699 vertrok Merian met haar oudste dochter naar Suriname
om daar de Surinaamse insecten te bestuderen en te schilderen.Merians tweede dochter Johanna Herolts tekende rond 1697 twee tekeningen
voor Agnes Block. In 1699 komen we haar weer tegen bij de Amsterdamse
Moninckx-Atlas waarvoor ze ook twee tekeningen maakte. Jan en Maria
Moninckx, Johanna Herolts en Alida Withoos, de vier kunstenaars van
deze Amsterdamse atlas, kenden elkaar dus ook via de plantencollectie
van Agnes Block op Vijverhof.
Alida
Withoos en Maria Sybilla Merian tekenden op Vijverhof op één blad ieder
een andere variëteit van de Akelei. Dit hoeft nog niet te betekenen
dat ze samen aan een tafel werkten. Bij het bloemenalbum in het Rijksprentenkabinet
bevindt zich een envelop met twee kleine strookjes papier. Het zijn aanwijzingen van Agnes Block
achter op briefpapier van haar man Sijbrand de Flines van 29 mei 1688.
Duidelijk zijn het instructies om planten bij te tekenen in het betreffende
bloemenboek. Het betrof met name genoemde, andere (kleur)variëteiten
van dezelfde plant. Dat bijtekenen is ook grotendeels gebeurd. De tekeningen
in dat bloemenboek zijn van verschillende stijl en zeer uiteenlopend
van kwaliteit. Het bijtekenen maakt het beeld nogal rommelig. Twee tekeningen
zijn van [Pieter] Holsteijn en een tekening is gesigneerd M. Monix.
Het bloemenboek met ingebonden tekeningen komt niet overeen met een
van de Konst-boeken in de catalogus van Valerius Röver. Agnes Block
had dus meer tekeningen laten maken dan de in die catalogus genoemde.
Duidelijk hadden deze tekeningen meer een botanische waarde dan een
kunstzinnige.
Van
de kunstenaars Johannes Bronkhorst en Pieter Holsteijn liggen net als
van Alida Withoos tekeningen in het Konstboeck
van Simon Schijnvoet. Alida Withoos kan met ongeveer de helft van kunstenaars
die werkten voor Agnes Block ook buiten Vijverhof in verband gebracht
worden. Op Vijverhof was dan ook niet zo maar een samenraapsel van kunstenaars
werkzaam, maar een select gezelschap van specialisten in het afbeelden
van botanische en zoölogische objecten. Helaas zijn weinig van de tekeningen
achterhaald. Van Herman Saftleven en Maria Sybilla Merian zijn enkele
tekeningen getraceerd die ze maakten voor Agnes Block. Nader onderzoek
naar alle kunstenaars die werkten voor Agnes Block en hun tekeningen
zal wellicht nog meer interessante informatie opleveren.
leesverder
Ferdinand Bol (Dordrecht,
1616 - Amsterdam, 1680)
Johannes Bronkhorst (Leiden, 1648 - Hoorn, 1727)
Willem de Heer (Amsterdam, 1638 - Amsterdam, 1681)
Herman Hengstenburgh (Hoorn, 1667 - Hoorn, 1726)
Johanna Helena Herolts-Graff (1668 - ?)
Pieter Holsteijn (Haarlem, 1614 - Haarlem, 1673)
Nicolaas Juweel (Rotterdam, 1639 - Rotterdam, 1704)
Otto Marseus van Schriek (Nijmegen, 1619/20 - Amsterdam, 1678)
Maria Sibylla Merian (Frankfurt am Main, 1647 - Amsterdam, 1717)
Jan Moninckx (Den Haag, ? - Amsterdam, 1714)
Maria Moninck (Den Haag, 1673/'76 - Amsterdam, 1757)
Herman Saftleven (Rotterdam, 1609 - Utrecht, 1685)
Rochus van Veen (Beverwijk, ? - Haarlem, 1709)
Marino Benaglia Venetiano (onbekend)
Nicolaas de Vree (Amsterdam, 1645 - Alkmaar, 1702)
Alida Withoos (Amersfoort, 1662 - Amsterdam, 1730)
Pieter Withoos (Amersfoort, 1654 - Amsterdam, 1693)
I.
Withorst (onbekend)
Het is mogelijk dat een
aantal kunstenaars waarvan Agnes Block tekeningen in het bezit had,
niet daadwerkelijk op Vijverhof hebben gewerkt. Agnes Block kan natuurlijk
eerder gemaakte tekeningen hebben aankocht. Dat is misschien het geval
bij de tekeningen door Ferdinand Bol en Marino Benaglia Venetiano.
Het geldt in ieder geval voor de tulpentekening uit 1648 van Anthony
Claesz (Amsterdam, 1607/8 - Amsterdam, 1649)
Datering hoofdzakelijk
ontleend aan: Thieme, U. & F. Becker, Allgemeines Lexikon der
bildenden Kunstler Lexicon von der Antike bis zur Gegenwart (reprint
Leipzig, 1978-1987) 37 Bd.