Gewonnen te Ribston Hall. Knaresborough, omstreeks
1709.
Vrucht: Middelgroot, onregelmatig gevormd, breeder dan hoog.
Kleur: Groen, bij rijpheid goudgeel met aan zonzijde roode blos met donker
roode streepen. Roestig bij kelk en steel.
Kelk: Vrij groot, vrijwel gesloten in vlakke kelkholte.
Steel: Kort, vrij diep ingeplant.
Vruchtvleesch: Geelachtig wit, matig saprijk, vast, zacht zuur, goed aroma.
Klokhuis: Betrekkelijk klein, matig met zaden bezet.
Gebruikstijd: November - Januari.
Groei van den boom matig.
Geschikt voor struikvorm.
Kan veredeld worden op de zwakker groeiende
onderstamtypen. Is op sterken onderstam slecht vruchtbaar.
Geschikt voor veredeling op type IX. Niet geschikt voor lichte gronden.
Bloeitijd middelvroeg. Gelijke bloeiers: Keswick Codlin,
Notarisappel, Transparante de
Croncels, Early Victoria.
Vruchtbaarheid zeer matig, vatbaar voor kanker.
Ribston is een oude appel, doch slechts weinig verspreid.
De vrucht heeft goede eigenschappen, de boom is echter slecht vruchtbaar,
wat vermoedelijk de oorzaak is van de minder sterke verspreiding.