Landinrichting Krimpenerwaard

In 1999 is het raamplan voor de landinrichting Krimpenerwaard definitief vastgesteld door de provincie Zuid-Holland. De doelen van de landinrichting zijn onder meer het behouden en ontwikkelen van natuurgebieden, herverkaveling ten behoeve van de landbouw, het realiseren van een nieuw waterbeheersingsysteem, het uitbreiden van recreatieve voorzieningen en het behoud van cultuurhistorische waarden in het gebied. In modules van vier jaar wordt het raamplan verder uitgewerkt en uitgevoerd. Voor het plangebied van het Masterplan Stolwijkersluis zijn een aantal maatregelen uit het raamplan Krimpenerwaard relevant.

Bij de geplande randweg ten zuiden van Gouda is een landschapselement geprojecteerd. Landschapselementen zijn nieuwe groengebieden, die de recreatieve mogelijkheden van nabij gelegen woongebieden moeten vergroten. Vanuit de landinrichting zijn middelen gereserveerd voor de grondverwerving en de inrichting van de landschapselementen. Het is de bedoeling dat de gemeente Gouda eigenaar wordt van het landschapelement bij de randweg. Het landschapselement bij de randweg is in het Masterplan Stolwijkersluis uitgewerkt in de vorm van een stadstuin met een inrichting die past bij het veenweide landschap van de Krimpenerwaard.

Het raamplan besteedt verder aandacht aan het behoud van cultuurhistorische waarden in het gebied, zoals restauratie van de Stolwijkersluis. Er is een bedrag gereserveerd als bijdrage in de kosten van het behoud van deze waarden.

Tot slot bevat het raamplan veel waterhuishoudkundige maatregelen om de waterpeilen in de Krimpenerwaard te kunnen beheersen. In het kader van het Veenweidepact Krimpenerwaard worden de maatregelen voor waterbeheersing nu heroverwogen. Het veenweidelandschap van de Krimpenerwaard bestaat uit een lappendeken van hoge en lage grond, die is ontstaan doordat voor verschillende soorten grondgebruik verschillende waterpeilen zijn gehanteerd. Door ontwatering voor de landbouw daalt de bodem steeds verder en wordt het steeds moeilijker om de voeten droog te houden. Het hanteren van verschillende waterpeilen maakt het waterbeheer heel ingewikkeld en kostbaar. Het Veenweidepact betekent dat het raamplan Krimpenerwaard wat betreft de maatregelen voor waterbeheersing op de schop gaat. Er moeten grotere peilvakken worden gehanteerd met het uitgangspunt 'functie volgt peil'. Afgesproken is dat de landbouw vooral kansen krijgt in het hoge zuidelijke deel van de Krimperwaard, terwijl de natuurgebieden worden verplaatst naar de dieper gelegen polders in het noorden van de Krimpenerwaard. In het plangebied is in het raamplan een hoofdgemaal geprojecteerd ter hoogte van de sluis. In het kader van de nieuwe afspraken onderzoekt het hoogheemraadschap mogelijke alternatieve locaties van het gemaal. Dit onderzoek en de besluitvorming over de conclusies daarvan zijn ten tijde van het schrijven van deze tekst nog niet afgerond. In het Masterplan is daarom uitgegaan van de locatie volgens het raamplan.

Ga omhoog

 

Ga terug