Als zaailing gevonden door Haselbach te Rockanje
omstreeks 1880.
Vrucht: Middelgroot tot groot, regelmatig gevormd, in den regel meer
breed dan hoog.
Kleur: Licht geelgroen, bij rijpheid vol geel met rood gestreept aan
zonzijde. Iets roestig bij den steel.
Kelk: Vrij groot, half open, diepe kelkholte.
Steel: Dun en matig lang, diep ingeplant.
Vruchtvleesch: Wit, zeer saprijk, aangenaam zachtzuur.
Klokhuis: Klein, matig met zaden bezet.
Gebruikstijd: November - Januari.
Groei van den boom goed, vormt stevig hout, bolvormige kroon.
Geschikt voor struikvorm.
Kan veredeld worden op alle onderstammen. Vermoedelijk minder geschikt voor
zware, koude gronden.
Bloeitijd midden vroeg. Gelijke bloeiers o.m.: Signe
Tillisch, Present van Engeland,
Groninger Kroon, London Pippin (=
London Calville). Is op jeugdigen leeftijd vruchtbaar en draagt regelmatig.
Vatbaar voor kanker.
Deze variëteit is de laatste jaren vrij algemeen verspreid in de intensieve
bedrijven.
Behoort tot de goede dragers. De vrucht is reeds vroeg in den zomer mooi
gekleurd en wordt daardoor te vroeg gebruikt. De vrucht is na den oogst eerst
hard en zonder geur. Smaak wordt later in den tijd beter.
Verdient aanbeveling
voor de intensieve beplantingen.